Traplopers heb je overal. Mensen die met hun hoofd in de wolken de voeten mechanisch van de ene naar de andere trede verplaatsen. Die behoedzaam tree voor tree de maatschappelijke ladder beklimmen, een paar treden overslaan terwijl ze met haastige spoed naar beneden struikelen. Mensen die opgaan in de dingen die te doen staan, of de dingen die geweest zijn. Maar waar bevinden ze zich ‘nu’?
Het lijkt me mooi als traplopers even stilvallen, door de trap die twee onooglijke stukjes ruimte met elkaar verbindt, te vervrolijken met poëzie. Het idee is om het geschreven woord te vieren door via die trap een gedicht te laten verschijnen, door met AR een laagje te leggen om de werkelijkheid, waardoor je bij het bestijgen van de trap woorden uit een gedicht te zien krijgt, of te horen als je op een bepaalde trede gaat staan.