Wij figureren, maken drukte en geven af
als de inkt nog nat is. Wij komen
altijd ergens achter.
Wij zijn de beste botenbouwers, wij zoeken op
en pluizen uit, jureren zonder oordeel
met de onderbuik.
Losliggende stoeptegels die hun nek uitsteken, daarvan
wordt bij de gemeente melding gemaakt, vermits vitale delen
gebroken of geschonden zijn. Afijn, wij begeven ons
op openbare wegen, sturen signalen
van de straat.
Ooit achtergrondkoor, nu zoekmachine leveren wij
nooit verrassend resultaat, geen sluitend antwoord
op de protagonist.
Zaken buiten onze bandbreedte vallen ons niet op.
Wij zagen voort, sturen iets het bos in
en beginnen opnieuw.